Goed of Fout; een paradox

07-07-2019

" Vanmorgen merkte ik, dat ik in mijn gevoel ergens tussenin zweefde. Ik voelde mijn basis niet echt meer en dat is niet fijn. Mijn gedachten gingen alle kanten op, zonder positief effect, en het beste wat ik dan kan doen is in een warm bad gaan liggen. Omgeven door dat warme water komt er altijd meteen of langzamerhand, meer lichamelijke ontspanning die ook mijn gedachten meer tot rust brengt, 

Ik besefte opeens dat ik mezelf had vastgezet tussen iets goed doen of het fout doen. Dat had me gevoelsmatig verlamd. 

Ik besefte toen dat ik de afgelopen dagen verschillende mensen had ontmoet die krachtige meningen en emoties hadden over wat goed is en wat slecht of fout. En ik voelde me door dit besef al gauw weer vrijer en meer in contact met mijn eigen basis. Ik denk zelf niet of nauwelijks meer in slecht of goed. Ik ben er nog wel gevoelig voor. "

Hieronder volgt een stukje wat iemand over dit onderwerp geschreven heeft en zij heeft het heel fijn en helder op een rijtje gezet;

Kijken met de ogen van onschuld

In een wereld waarin we gewend zijn te wijzen naar een ander en anderen te vertellen hoe ze zich zouden moeten gedragen, kan het bevrijdend zijn om te gaan kijken met de ogen van onschuld. Kijken met de ogen van onschuld is voor mij een kijken met ogen die alles gezien hebben en die nergens meer van op kijken. Het is een onbevangen kijken als een jong kind, vol verwondering over wat het ziet en dat iets voor het eerst ziet.

De ogen van onschuld kijken vanuit een mededogend hart. Het hart heeft begrepen dat er niets te verwijten valt, dat niemand iets fout doet of goed. Elke ervaring draagt bij en heeft bijgedragen aan inzicht en begrip. De collectieve overtuiging dat er een goed of fout is - waarmee de meesten opgevoed zijn - kan een enorm struikelblok zijn in het begrijpen dat het eigenlijk niet bestaat en welke consequenties het denken in goed en fout voor onszelf en de wereld waarin wij leven heeft en heeft gehad.

Consequenties

Denken in goed of fout impliceert dat er anderen zijn die weten wat goed of fout is. Kinderen leren dat volwassenen het weten en raken daarmee af van hun eigen weten. Volwassenen vertellen kinderen hoe zij zich behoren te gedragen, of zij het zelf in de praktijk brengen of niet. Iets goed moeten doen of fout kunnen doen levert een constante spanning op, vanwege de behoefte aan goedkeuring en de angst voor afkeuring. Hoe frequenter en langduriger dit plaatsvindt, hoe belangrijker de mening van anderen voor je wordt en hoe minder je nog kunt voelen wat voor jou zelf van waarde is. Benaderd worden als kind op een manier waarin je het goed of fout doet, kan maken dat je je gaat aanpassen aan dat wat je denkt dat er van je verwacht wordt of je gaat juist rebelleren tegen de eisen die er aan je gesteld worden door bijvoorbeeld dwars te worden.

Voorbij dualisme

Iets is of goed, of het is fout wanneer je dualistisch denkt. Zelfs wanneer je weet te nuanceren blijft de behoefte aan duidelijkheid en kaders overheersen. Je creëert daarmee een wereld die overzichtelijk lijkt en waarin 'alles' een vaste plaats heeft. Je hebt de goeden en de kwaden, de gezonden en de zieken, je bent rechts of links. Dat is wat je ziet. En wat je ziet onderstreept de ordening die je graag wilt zien om verwarring en onzekerheid te voorkomen. Het kan daarom moed vragen om voorbij goed en fout te gaan denken en iets te gaan zien zoals het is. Iets kunnen zien zoals het is vraagt een open hart waarin alles gevoeld kan worden zoals het tot je komt, zonder de behoefte te voelen het anders te maken. Je staat als het ware met je armen open en zegt "O, is dat zo?", bij wat je ook voelt, denkt of doet. Je hoeft niet te interpreteren, niet te duiden. De ruimte die daardoor ontstaat verbreedt je kijken, je zien en je begrip. Dat wat je eerder niet zag, kun je ineens wel zien. De spanning die je eerder voelde valt weg en zelfs je longen kunnen zich dieper vullen.

O, is dat zo?

"O, is dat zo?" kun je op verschillende manieren lezen, horen of uitspreken afhankelijk van je intentie. De pijn uit het verleden die goed- en afkeuring je opgeleverd heeft, hebben je hart doen sluiten, zodat je je zomaar onverschillig of vlak kunt voelen bij iets dat je eigenlijk zou kunnen raken. "O, is dat zo?" kan dan hard klinken en koud, want wat kan jou het schelen? Bovendien wil je er niets mee te maken hebben, want je wilt er geen last van hebben. Hoe meer de pijn geheeld is, hoe meer in het "O, is dat zo?" verwondering zal klinken. De noodzaak tot reageren, tot je verdedigen en je verschansen wordt minder en minder. Het wordt stil vanbinnen, als een zee waar aan de oppervlakte het tumult is van een storm en waar het in de diepe lagen stil blijft.

Gebeuren

Goed of fout bestaat niet. In mijn beleving is er een gebeuren. Ik zie iets gebeuren en ik kan zien hoe het gebeurd is en wat het gevolg ervan zal zijn. Iets heeft altijd een consequentie en als ik die kan en wil zien, kan ik op basis daarvan keuzes maken. Ik ben in staat om te leven volgens mijn intenties en het innerlijke weten te gehoorzamen. Met onschuldige ogen kijk ik de wereld in en ik zie. Met een mededogend hart dat vertrouwt maak ik mee.

* Naar en met hartelijke dank aan © Wonieka A. Meuter



Maak een gratis website.